Laatste update: 25-03-2024
Inloggen
Alle lessen
Deel 1: De notenbalk en sleutels
- Les 1: Wat is muziek?
- Les 2: Waarom wordt muziek opgeschreven?
- Les 3: De notenbalk
- Les 4: Muzieknoten op de notenbalk
- Les 5: Muzieknoten buiten de notenbalk
- Les 6: De G-sleutel
- Les 7: Muzieknoten een naam geven
- Les 8: De F-sleutel
- Les 9: De G-sleutel en F-sleutel vergelijken
- Les 10: Wisselen van sleutel
- Tijd om te oefenen!
Deel 2: Muzieknoten
- Les 11: Hele, halve en kwart noten
- Les 12: Achtste noten en nog korter
- Les 13: Noten met stip
- Les 14: Noten verlengen met een boogje
- Les 15: Achtste noten en korter na elkaar
- Les 16: Noten hoog en laag op de notenbalk
- Tijd om te oefenen!
Deel 3: De maat en maatsoorten
- Les 17: Wat is de maat?
- Les 18: Hoe ziet een maat eruit?
- Les 19: De maatsoort
- Les 20: Veelvoorkomende maatsoorten
- Les 21: Hoeveel tellen is elke noot nu eigenlijk?
- Les 22: Maatsoorten anders geschreven
- Les 23: Noten langer dan één maat
- Les 24: De slotstreep
- Tijd om te oefenen!
Deel 4: Rusten
- Les 25: Hele en halve rusten
- Les 26: Kwart rusten
- Les 27: Achtste rusten en korter
- Les 28: Rusten met stip
- Les 29: Hoe lang kan een hele rust zijn?
- Les 30: Alle rusten op een rijtje
- Tijd om te oefenen!
Deel 5: Kruizen en mollen
- Les 31: Een halve toonsafstand
- Les 32: Kruis en mol
- Les 33: Dezelfde toon met kruis of mol
- Les 34: Een E met kruis
- Les 35: Hoe heten noten met kruis of mol?
- Les 36: Wanneer geldt een kruis of mol?
- Les 37: Herstellingsteken
- Les 38: Vaste voortekens
- Tijd om te oefenen!
Deel 6: Tempo
- Les 39: Interpretatie
- Les 40: Het tempo
- Les 41: De zeer langzame tempi
- Les 42: De matig langzame tempi
- Les 43: De matig snelle tempi
- Les 44: De snelle tempi
- Les 45: De zeer snelle tempi
- Les 46: Hoe wordt het tempo bij de notenbalk geschreven?
- Les 47: Extra woorden bij het tempo
- Les 48: Veranderen van tempo
- Tijd om te oefenen!
Deel 7: Dynamiek
- Les 49: Wat is dynamiek?
- Les 50: Forte en piano
- Les 51: Veranderen van sterkte
- Les 52: Accenten
- Tijd om te oefenen!
Deel 8: Herhalingen
- Les 53: Herhalingstekens
- Les 54: Herhalingsteken met prima en seconda volta
- Les 55: Herhalingen aan het eind van een muziekstuk
- Tijd om te oefenen!
Deel 9: Noten tegelijk
- Les 56: Meerdere noten tegelijk
- Les 57: Meerdere noten tegelijk met stok
- Les 58: Twee partijen op één notenbalk
- Les 59: Meerdere notenbalken
- Les 60: Meerdere notenbalken voor de piano
Deel 10: Intervallen
- Les 61: Wat is een interval?
- Les 62: De prime
- Les 63: De secunde
- Les 64: De terts
- Les 65: De kwart
- Les 66: De kwint
- Les 67: De sext
- Les 68: De septiem
- Les 69: Het octaaf
- Les 70: Alle intervallen op een rij
- Tijd om te oefenen!
Deel 11: Articulatie
- Les 71: Wat is articulatie?
- Les 72: Staccato
- Les 73: Staccatissimo
- Les 74: Legato
- Les 75: Legatissimo
- Les 76: Portato
- Les 77: De manieren van articulatie vergelijken
- Les 78: Accenten, tenuto en marcato
- Les 79: Fermate
- Tijd om te oefenen!
Deel 12: Toonladders
- Les 80: Wat is een toonladder?
- Les 81: De grote terts toonladder
- Les 82: De grote terts toonladder vanaf G
- Les 83: De grote terts toonladder vanaf F en A
- Les 84: De kleine terts toonladder
- Les 85: Toonladders en vaste voortekens
- Les 86: De toonsoort
- Les 87: Grote terts toonladders op een rij
- Les 88: Kleine terts toonladders op een rij
Deel 13: Hele hoge en lage noten
- Les 89: Het octaveringsteken
- Les 90: Ottava bassa
- Les 91: Sleutels met octaveringsteken
- Les 92: De namen van alle octaven
- Les 93: Hoe schrijven we de noten van alle octaven?
Deel 14: Triolen
- Les 94: Antimetrische figuren
- Les 95: De triool
- Les 96: Hoeveel tellen is elke noot van een triool?
- Les 97: Triolen anders invullen
- Les 98: De sextool
- Les 99: Andere antimetrische figuren
- Les 100: De duool en kwartool
Deel 15: Akkoorden
- Les 101: Wat is een akkoord?
- Les 102: De drieklank
- Les 103: De grote en kleine drieklank
- Les 104: De verminderde en overmatige drieklank
- Les 105: Omkeringen van de drieklank
- Les 106: Oefenen met drieklanken
- Les 107: De vierklank
Deel 16: Dubbelkruizen en -mollen
- Les 108: Wat is een dubbelkruis?
- Les 109: Wat is een dubbelmol?
- Les 110: Een dubbelkruis of dubbelmol herstellen
- Les 111: Wanneer gebruiken we een dubbelkruis of -mol?
- Les 112: Voorbeelden met een dubbelkruis en -mol
Deel 17: Versieringen
- Les 113: Wat zijn versieringen?
- Les 114: Soorten versieringen
- Les 115: De voorslag
- Les 116: De dubbele voorslag
- Les 117: De Schleifer
- Les 118: De Pralltriller
- Les 119: De Mordent
- Les 120: De dubbelslag boven een noot
- Les 121: De dubbelslag na een noot
- Les 122: De triller
- Les 123: Het tremolo
- Les 124: Het arpeggio
- Les 125: Het glissando
- Les 126: De naslag
Deel 18: Afkortingen
- Les 127: Meerdere maten rust
Nu we de G-sleutel en F-sleutel hebben leren kennen, is het een goed idee om wat meer te oefenen met de sleutels, zodat je ze goed leert kennen.
De G-sleutel en F-sleutel geven allebei aan welke toon we moeten maken als we een noot op de notenbalk tegenkomen. Alleen is, zoals we inmiddels al weten, een bepaalde noot op de notenbalk een heel andere toon met de F-sleutel dan met de G-sleutel. Maar je kunt wel met allebei de sleutels precies dezelfde tonen opschrijven, dat is geen probleem.
Laten we eens op zoek gaan naar dezelfde C noot met een G-sleutel en met een F-sleutel. Bij de G-sleutel beginnen we met de G op de tweede lijn van de notenbalk en gaan vier stapjes omlaag om bij de C terecht te komen:
Bij de F-sleutel beginnen we bij de F op de vierde lijn en gaan vier stapjes omhoog om bij precies dezelfde C uit te komen:
Deze noten moet je goed onthouden, zodat je met allebei de sleutels snel en gemakkelijk elke andere noot op de notenbalk kunt vinden
Vooral belangrijk is dezelfde C met beide sleutels, die één streepje onder de notenbalk ligt voor de G-sleutel en één streepje boven de notenbalk ligt voor de F-sleutel. We noemen dit de centrale C:
We kunnen nu we dit weten dan ook zonder probleem wisselen van sleutel. Het volgende stukje muziek, kunnen we met zowel de G-sleutel als de F-sleutel opschrijven. Allebei staan ze hieronder:
Luister Wanneer gebruiken we nu welke sleutel?
Eigenlijk mag je helemaal zelf weten welke sleutel je gebruikt als je muziek gaat opschrijven. Ze maken allebei duidelijk voor iemand die jouw muziek zou gaan spelen welke tonen horen bij de noten op papier.
Maar we proberen muziek wel altijd zo duidelijk mogelijk op te schrijven, waardoor je de sleutel zou moeten kiezen waarmee de noten het handigst te lezen zijn. Dat betekent, de sleutel waarmee de meeste noten op de notenbalk komen te staan en niet erbuiten. Dus is er bijna altijd maar één sleutel de beste: de G-sleutel voor als je hogere noten wilt opschrijven en de F-sleutel voor lagere noten.
‹ Ga terug naar Les 8Ga verder naar Les 10 ›
Alle Lessen
Klik hier voor alle lessen
Help mee
onze website te onderhouden en nog beter te maken
Doneer
Klik hier voor meer info
- Veelgestelde vragen
- Gebruiksvoorwaarden
- Cookie Policy
- Privacy Policy
- Problemen met geluid?
www.MuziekLerenLezen.nl © 2012 - 2024 Alle rechten voorbehouden